Onderstaand artikel vormde de basis voor het boek: Dezelfde God?

‘Isa, de moslim-Jezus

Dr. Mark Durie


”Het woord christen is geen geldig woord, omdat er geen religie als het christendom is volgens de islam” - www.answering-christianity.com


Vandaag horen we meer en meer dat het christendom en de islam Jezus ‘delen’; dat hij behoort tot beide religies. Zo ook met Abraham: er wordt gesproken over de ‘Abrahamitische beschaving’ zoals men eens sprak over ‘joods-christelijke beschaving’. Deze verandering in denken laat de groeiende invloed van de islam zien.

Dit artikel biedt informatie over, en een reflectie op, de ‘moslim-Jezus’. Het probeert te helpen om de bovengenoemde trend in de juiste context te zien.

Islam het oergeloof.

De islam beschouwt zichzelf niet als een geloof dat volgt op het jodendom en het christendom, maar als een oerreligie, het geloof waar het joden- en het christendom volgende ontwikkelingen op zijn. In de koran lezen we: “Abraham was noch een Jood, noch een Christen, maar hij was een oprechte moslim [i]. En hij behoorde niet tot de afgodendienaren.” (Soera 3:67). Daarom zijn vandaag de dag de moslims, en niet de christenen of joden, de ware vertegenwoordigers van Abrahams geloof. (Soera 1:135)

De bijbelse profeten waren allen moslims

Veel profeten uit het verleden ontvingen de ene religie van de islam (Soera 42:13) Wie waren deze profeten uit het verleden? Volgens de soera Het vee (Soera 6:83-86) zijn dit: Ibrahiem (Abraham), Ishaaq (Isaäk), Ja’qoeb (Jacob), Noeh (Noach), Dawoed (David), Soelaimaan (Salomon), Ajjoeb (Job), Joesoef (Jozef), Moesa (Mozes), Haroen (Aäron), Zakarieja (Zacharias), Jahja (Johannes de doper), ‘Isa (Jezus), Iljas (Elia), Isma’iel (Ismaël), Al-Jasa’ (Elisa), Joenoes (Jona) en Loet (Lot).

De moslim-‘Isa (Jezus)

Er zijn twee bronnen voor ‘Isa, de moslim-Jezus. De koran geeft de geschiedenis van zijn leven weer, en de hadieth - herinneringen van Mohammeds woorden en daden - maakt zijn rol duidelijk in het moslimgeloof aangaande de toekomst.

De koran

‘Isa, was een profeet van de islam

Jezus’ ware naam, volgens de koran, was ‘Isa. Zijn boodschap was de pure islam, onderwerping aan Allah. (Soera 3:84). Zoals alle moslimprofeten voor hem, en Mohammed na hem, was ‘Isa een wetgever, en christenen moeten zich aan zijn wet onderwerpen (Soera 3:50; 5:47). ‘Isa’s eerste discipelen waren ook ware moslims, omdat zij zeiden: “Wij geloven en getuigt Gij, dat wij ons hebben onderworpen.” (Soera 5:111)

De boeken

Zoals alle profeten van de islam voor hem, ontving ‘Isa zijn openbaring van de islam in de vorm van een boek (Soera 6:89). ‘Isa’s boek wordt de indjiel of het evangelie genoemd (Soera 5:46). De Thora was Mozes’ boek, en de Zaboer (psalmen) was Davids boek. Daarom worden joden en christenen “mensen van het boek” genoemd. De enige religie geopenbaard in deze boeken was de islam (Soera 3:19).

Zoals met andere voorgaande profeten, bevestigde ‘Isa’s openbaring voorgaande profetische openbaringen (Soera 3:50, 84; 5:46; 61:6). Mohammed zelf bevestigde alle voorgaande openbaringen, inclusief die van ‘Isa (Soera 4:47), en daarom moeten moslims geloven in de openbaring die ‘Isa ontving (Soera 1:136). Echter, na ‘Isa ging de Indjiel in zijn originele vorm verloren. Vandaag de dag is de koran de enige zekere gids naar ‘Isa’s onderwijs.

De biografie van ‘Isa

Volgens de koran, was ‘Isa de Messias. Hij werd gesteund door de ‘Heilige Geest’ (Soera 2:87; 5:110). Naar hem wordt ook verwezen als het “Woord van Allah” (Soera 4:171).

‘Isa’s moeder Marjam was de dochter van ‘Imraan, (Soera 3:35, 36) - vergelijk de Amran van Exodus 6:20 - en de zus van Aäron (en Mozes) (Soera 19:28). Zij werd opgevoed door Zacharias (de vader van Johannes de Doper) (Soera 3:37). Terwijl ze nog maagd was (Soera 19:19-21) baarde Marjam ‘Isa op een verlaten plaats onder een dadelpalm (Soera 19:22 en verder) (Niet in Bethlehem).

‘Isa sprak terwijl hij een baby in de wieg was (Soera 3:46; 5:110; 19:30). Hij verrichte verschillende andere wonderen, waaronder het tot leven beademen van kleien vogels, het genezen van blinden en leprozen, en het opwekken van doden (Soera 3:49; 5:110). Hij kondigde ook de komst van Mohammed aan (Soera 61:6).

‘Isa stierf niet aan een kruis

Christenen en joden hebben met hun geschriften geknoeid (Soera 3:69-71). Hoewel christenen geloven dat ‘Isa aan een kruis stierf, en joden beweren dat zij hem doodden, werd hij in werkelijkheid niet gedood of gekruisigd, en diegenen die zeiden dat hij werd gekruisigd logen (Soera 4:157). ‘Isa stierf niet, maar voer op naar Allah (Soera 4:158). Op de dag van de Opstanding zal ‘Isa zelf een getuige zijn tegenover joden en christenen voor het geloven in zijn dood (Soera 4:159).

Christenen zouden de islam moeten aannemen, en alle ware christenen zullen dit

Christenen (en joden) konden niet bevrijd worden van hun onwetendheid totdat Mohammed de koran als duidelijk bewijs kwam brengen (Soera 98:1). Mohammed was Allah’s gift aan christenen om misverstanden te corrigeren. Zij zouden Mohammed als Allah’s Boodschapper moeten accepteren, en de koran als zijn laatste openbaring. (Soera 5:15; 57:29; 4:47)

Sommige christenen en joden zijn getrouw en geloven waarlijk. (Soera 3:113, 114). Ieder van die ware gelovigen zullen zich aan Allah onderwerpen door Mohammed als de profeet van de islam aan te nemen, dat wil zeggen zij zullen moslim worden (Soera 3:199).

Hoewel joden en heidenen de grootste vijandigheid zullen hebben tegenover moslims, zijn het de christenen die het vriendschappelijkst jegens de gelovigen zijn. (Soera 5:82). Ware christenen zullen Mohammeds vijanden niet liefhebben (Soera 58:22). Met andere woorden, iemand die Mohammed afwijst is niet een waar christen.

Christenen die de islam accepteren of afwijzen

Sommige joden en christenen zijn ware gelovigen, zij die de islam aangenomen hebben: de meeste zijn overtreders (Soera 3:110).

Veel monniken en rabbi’s zijn hebzuchtig naar rijkdom en zorgen ervoor dat mensen niet tot Allah komen (Soera 9:34, 35).

Christenen en joden die niet geloven in Mohammed gaan naar de hel (Soera 98:6).

Moslims zullen geen christenen of joden als vrienden nemen (Soera 5:51). Zij moeten tegen christenen en joden vechten die de islam afwijzen totdat zij opgeven, het hoofdelijke beschermgeld betalen en vernederd zijn (Soera 9:29). Hier kunnen honderden koranverzen aan worden toegevoegd met betrekking tot het onderwerp van djihaad volgens het pad van Allah, als ook het “Boek van de Djihaad” uit de hadieth.

Christelijke geloofsleringen

Christenen worden geboden niet te geloven dat ‘Isa de zoon van God is: “Het is verre van Zijn heiligheid, dat Hij een zoon zou hebben.” (4:171; 25:2). ‘Isa was slechts een geschapen menselijk wezen, en een dienaar van Allah.(4:172; 3:59)

De koran beweert dat christenen geloven in een godengezin: Vader God, moeder Maria en ‘Isa de zoon, maar ‘Isa verwierp deze lering (Soera 5:116). De leerstelling van de Drieëenheid is ongeloof en een pijnlijk lot wacht op hen die dit geloven (Soera 5:73).

‘Isa (Jezus) in de hadieth

‘Isa de vernietiger van het christendom

De profeet ‘Isa zal een belangrijke rol in de eindtijd spelen, het vestigen van de islam en het voeren van oorlog totdat hij alle religies vernietigt met uitzondering van de islam. Hij zal de duivel (Daddjal), een apocalyptische anti-Christus figuur, doden.

In één van Mohammeds overleveringen lezen we dat er geen andere profeten zullen komen totdat ‘Isa terugkeert als “een man van middelmatige lengte, of rossig van aangezicht, met twee lichte kledingstukken aan, lijkend alsof zweetdruppels van zijn hoofd vallen hoewel dat niet nat zal zijn. Hij zal voor de zaak van de islam vechten. Hij zal het kruis breken, varkens doden, en de hoofdelijke beschermgeld-betaling afschaffen. Allah zal alle religies met uitzondering van de islam vernietigen. Hij (‘Isa) zal de duivel vernietigen en zal 40 jaar op aarde leven en dan sterven” (Soenan Aboe Dawoed, Boek 37: 4310). De Sahieh Moeslim heeft een variant op deze overlevering: “De zoon van Maria... zal spoedig onder u afdalen als een rechter. Hij zal... het betalen van het beschermgeld afschaffen en de rijkdom zal in die mate uitvloeien dat niemand liefdadigheidsgiften zal aannemen.” (Sahieh Moeslim 287).

Wat betekenen deze uitspraken? Het kruis is een symbool van het christendom. Het breken van het kruis betekent het afschaffen van het christendom. Varkens worden geassocieerd met christenen. Onder islamitische wet wordt door de belasting-betaling de bescherming gekocht van de levens en eigendommen van de overwonnen “mensen van het boek” (Soera 9:29). De afschaffing van de belasting-betaling betekent dat de djihaad tegen christenen (en joden) die onder de islam wonen wordt hervat. Zij moeten zich bekeren tot de islam, of anders gedood of tot slaaf gemaakt worden. De overvloed aan rijkdom verwijst naar de buit van deze overwinning voor de moslims. Dit is wat de moslim-‘Isa zal doen wanneer hij in de laatste dagen terugkeert.

Moslimjuristen bevestigen deze interpretatie: bekijk, bijvoorbeeld, het bevel van Ahmad ibn Naqib al-Misri (d. 1368).

“… de tijd en de plaats voor [de hoofdelijke belasting] is voor de laatste komst van Jezus (vrede zij met hem). Na zijn laatste komst zal niets dan de islam van hen aanvaard worden, want de hoofdelijke belasting geldt alleen tot Jezus' komst (op hem en onze Profeet zij vrede)…” (The Reliance of the Traveller. [naar het Engels] vertaald door Nuh Ha Mim Keller, p. 603).

Ibn Naqib gaat verder door te zeggen dat als Jezus terugkeert, hij zal “als een volgeling” van Mohammed zal regeren.

Kritisch commentaar op de moslim-‘Isa (Jezus)

‘Isa is geen historisch figuur

De koranische ´Isa is geen historisch figuur. Zijn identiteit en rol als een profeet van de islam zijn alleen gebaseerd op veronderstelde openbaringen aan Mohammed van meer dan vijf eeuwen na het leven en dood van de historische Jezus.

Jezus’ naam was nooit ‘Isa

Jezus’ moedertaal was het Aramees. In zijn eigen leven werd hij in het Aramees Yeshua en in het Grieks Jesu genoemd. Dit is gelijk aan dezelfde persoon John te noemen wanneer men Engels spreekt, of Jean wanneer men Frans spreekt. Jesu is de Griekse vorm van het Aramese Yeshua. (De ‘s’ aan het eind in Jesus is een Griekse taalkundige uitgang.) Yeshua zelf is een vorm van het Hebreeuwse Yehosua’, wat betekent ‘de Heer is redding’. Echter, Yehosua’ wordt gewoonlijk in het Nederlands als Jozua vertaald. Dus Jozua en Jezus zijn varianten van dezelfde naam.

Het is interessant dat Jezus’ naam Yehoshua’ in zich de juiste Hebreeuwse naam voor God bevat, de eerste lettergreep Yeh- is kort voor YHWH ‘de HERE’.

Yeshua van Nazaret werd nooit ‘Isa genoemd, de naam die de koran aan hem geeft. Arabisch sprekende christenen verwijzen naar Jezus als Yasou’ (van Yeshua) niet Isa.

Jezus ontving geen ‘boek’

Volgens de koran was het aan ‘Isa geopenbaarde 'boek' de Indjiel. Het woord Indjiel is een gecorrumpeerde vorm van het Griekse euangellion, ‘goed nieuws’ of evangelie. Wat was dit euangellion? Dit was juist hoe Jezus verwees naar zijn boodschap: als het goede nieuws. De uitdrukking euangellion verwees niet naar een vastomlijnd geopenbaarde tekst, er is absoluut geen bewijs dat Jezus een ‘boek’ met openbaringen van God ontving.

De ‘evangeliën’ van de bijbel zijn biografieën.

De term euanggelion werd later gebruikt als een titel voor de vier biografieën van Jezus die door Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes waren geschreven, de ‘evangeliën’. Dit was een tweede ontstane betekenis van het woord. Blijkbaar is dit waar Mohammed het fout had met het idee dat de Indjiel een ‘boek’ zou zijn.

De meeste zogenaamde profeten van de islam ontvingen geen boek

Bijna alle van de zogenaamde ‘profeten’ van de islam, wiens namen van de Hebreeuwse geschriften genomen zijn, ontvingen geen ‘boek’ of een wet. Bijvoorbeeld, de Psalmen is niet een boek dat de islam openbaart, zoals de koran beweert, maar een verzameling aanbiddingsliederen, waarvan slechts enkele van David zijn. Er is in de bijbelse geschiedenis van David geen splinter bewijs dat hij een wetboek voor de Israëlieten ontving. Zij hadden reeds de Torah van Mozes om te volgen. Daarom was David geen profeet in de koranische betekenis van het woord. Overeenkomstig zijn de meeste door de islam beweerde profeten noch wetgevers noch leiders.

Bijbelse profetie en islamitisch profetie zijn niet hetzelfde

Het bijbelse begrip van profetie is nogal verschillend van dat van Mohammeds. Een bijbelse profetie wordt niet beschouwd als een hemelse eeuwige pre-existerende tekst zoals de koran, maar een boodschap van God voor een bepaalde tijd en plaats. Een bijbelse profeet is iemand aan wie God verborgen dingen openbaart, en die vervolgens als Gods verwoorder handelt. Toen een Samaritaanse vrouw Jezus een profeet noemde (Johannes 4:19) was het omdat hij gesproken had over dingen in haar leven die hij alleen bovennatuurlijk had kunnen weten. Het christelijke geloof leert dat Jezus een profeet was, maar hij bracht geen ‘boek’: hijzelf was het levende “Woord van God”, een titel die in de koran voor ‘Isa gebruikt wordt.

In geen geval werden alle profetieën waarin de bijbel naar verwezen wordt, onderdeel van de bijbeltekst. De bijbel bestaat uit een wijde variatie aan materiaal oorspronkelijk geschreven voor veel verschillende doelen, die brieven, liederen, liefdespoëzie, historische vertellingen, wetboeken, spreekwoorden als ook profetische passages bevat. Deze worden als door God geïnspireerd beschouwd, maar niet als gedicteerd uit een tijdloos hemels boek.

Als profetische historie bevat de koran veel fouten en anachronismen

De bewering dat Jezus niet door kruisiging werd geëxecuteerd is zonder enig historisch bewijs. Eén van de dingen waar alle vroege bronnen het over eens zijn is Jezus’ kruisiging.

Marjam de moeder van ‘Isa wordt een zus van Aäron, en ook de dochter van Aärons vader ‘Imraan (Hebreeuws: Amram) genoemd. Blijkbaar heeft Mohammed Maria (Hebreeuws: Mirjam) verward met de Mirjam uit Exodus. De twee leefden meer dan tweeduizend jaar na elkaar!

In de bijbel is Haman de minister van Ahasverus in Medië en Perzië (Ester 3: 1-2). Niettemin plaatst de koran hem meer dan duizend jaar eerder als een minister van een Egyptische Farao.

De bewering dat christenen in drie Goden geloven - Vader, zoon Jezus en moeder Maria - is onjuist. De koran heeft het ook verkeerd door te beweren dat de joden zeggen dat Ezra (Oezair) een zoon van God was (Soera 9:30). De beschuldiging tegen christen- en jodendom van polytheïsme is slecht geïnformeerd zijn en onjuist (Deuteronomium 6:4, Jacobus 2:19a).

Het verhaal van ‘de man met de twee hoorns’ (Soera 18:83 vergelijk ook Daniël 8:3, 20-21) is afgeleid van het verhaal van Alexander de Grote. Zeker was Alexander de Grote geen moslim.

Het probleem met de naam ‘Isa is reeds behandeld. Andere bijbelnamen worden ook in de koran verkeerd begrepen, en hun betekenis is verloren gegaan. Bijvoorbeeld Elisa, dat ‘God is redding’ betekent, wordt in de koran gepresenteerd als al-Yasja’, El ‘God’ veranderend in a l- ‘de’. (De islamitische traditie deed hetzelfde met Alexander de Grote, door hem al-Iskandar ‘de Iskander’ te noemen). Abraham ‘Vader van velen’ (vergelijk Genesis 17:5) zou accurater gerepresenteerd worden als Aboerahim in plaats van Ibrahiem aangezien Aboe ‘vader’ betekent.

De koran laat een Samaritaan het gouden kalf maken, dat door de Israëlieten in de wildernis aanbeden werd (Soera 20: 85) tijdens de Uittocht. In werkelijkheid was het Aäron (Exodus 34:1-6). De Samaritanen bestonden niet tot enkele eeuwen later. Zij waren afstammelingen van de noordelijke Israëlieten eeuwen na de Uittocht.

Veel koranverhalen kunnen worden getraceerd tot joodse en christelijke volksvertellingen en ander verzonnen literatuur. Bijvoorbeeld het verhaal van Abraham die de afgodsbeelden vernietigt (Soera 37) wordt gevonden in een joodse volksvertelling, de Midrash Rabbah. Het koranische verhaal van Zacharias, de vader van Johannes de Doper, is gebaseerd op een christelijke fabel uit de tweede eeuw. Het verhaal dat Jezus werd geboren onder een palmboom is ook gebaseerd op een latere fabel, alsook het verhaal dat Jezus vogels tot leven wekt. Alles wat de koran over het leven van Jezus zegt dat niet wordt terug gevonden in de bijbel, kan getraceerd worden tot verzonnen fabels van meer dan 100 jaar na Jezus’ dood.

Jezus’ titels als Messias en Woord van God, die de koran gebruikt, worden in de koran niet uitgelegd. Nu in de bijbel, vanwaar zij genomen zijn, worden deze titels goed geïntegreerd in een omvattend theologisch systeem.

De koran noemt de Heilige Geest in verband met Jezus, door gebruik te maken van bewoordingen uit de evangeliën. Ibn Ishaak (Het leven van Mohammed) doet verslag van Mohammed door te zeggen dat deze ‘Geest’ de engel Gabriël was (vergelijk ook soera 16:102, 2:97). Echter, de bijbelse bewoording ‘Geest van God’ (Roeach Elohim) of ‘Heilige Geest’ kan alleen worden begrepen in het licht van de Hebreeuwse geschriften. Het verwijst zeker niet naar een engel.

Jezus’ veronderstelde voorspelling van Mohammeds komst (Soera 61:6) lijkt te zijn gebaseerd op een verkeerde lezing van Johannes 14:26, een passage die in feite naar de Geest verwijst.

De Hebreeuwse geschriften waren Jezus’ bijbel. Hij bevestigde hun autoriteit en betrouwbaarheid en preekte uit hen. Van dezelfde geschriften kende hij God als Adonai Elohim, de HERE God van Israël. Hij noemde God niet Allah, dat een titel schijnt te zijn geweest voor een heidense Arabische godheid aangebeden in Mekka voor Mohammed. Mohammeds heidense vader, die stierf voordat Mohammed was geboren, droeg reeds de naam ‘Abd-Allah “slaaf van Allah”, en zijn oom werd Obeid Allah genoemd.

We lezen dat soera 53:19-23 probeert het heidense Arabische geloof te weerleggen dat Allah dochters had genaamd al-‘Oezza, al-Laat en Manaat. (Zie ook soera 16:57 en 6:100).

De bijbelverhalen zijn rijk aan historische details, vele door de archeologie bevestigd. Zij beslaan meer dan duizend jaren, en openbaren een lang proces van technologische en culturele ontwikkeling. In tegenstelling tot de heilige geschiedenis van de koran die zonder archeologische steun is. Haar gefragmenteerde en losgekoppelde verhalen bieden geen authentieke weerspiegeling van historische culturen. Geen plaatsnamen van het oude Israël worden genoemd, zelfs Jeruzalem niet. Veel van de veronderstelde historische gebeurtenissen die in de koran weergegeven zijn hebben geen onafhankelijke bron ter bevestiging. Bijvoorbeeld, er wordt verteld dat Abraham en Ismaël de Kaäba in Mekka bouwden (Soera 1:127), maar dit is geheel zonder bewijs. Het bijbelse verslag, ouder dan 1000 jaar, plaatst Abraham niet ergens in Arabië.

De koran is geen betrouwbare bron voor de bijbelse geschiedenis

De koran, geschreven in de zevende eeuw, kan niet worden beschouwd als het hebben van enige autoriteit om ons wat dan ook over Jezus van Nazaret te informeren. Het biedt geen enkel bewijs voor haar beweringen over de bijbelse geschiedenis. Haar talrijke historische fouten weerspiegelen een onvolledige kennis van de bijbel.

De islam eigent de geschiedenis van joden- en christendom toe

Toen Mohammed de naam van Allah verbond aan de religieuze geschiedenissen van joden- en christendom, was dat een weg om deze voor de islam op te eisen. In het licht van latere gebeurtenissen, kan de bewering dat de islam de oorspronkelijke religie was, en dat alle voorgaande profeten moslims waren, worden bezien als een poging om de geschiedenissen van de andere religies tot de islam toe te eigenen. Met als gevolg om het christen- en het jodendom van hun eigen geschiedenissen te beroven.

Bedenk eens dat veel bijbelse plaatsen, zoals de graftombes van de Hebreeuwse Aartsvaders en de Tempelberg, door de islam als moslimplaatsen worden opgeëist, en niet als joodse of christelijke. Bovendien dat de koran ons vertelt dat Abraham ‘een moslim was’. Onder islamitisch heerschappij dienen alle joden en christenen van die plaatsen verbannen te worden.

De plaats van joodse geschriften in het christelijke geloof is totaal verschillend van de plaats van de bijbel in de islam

Er is een fundamenteel verschil tussen christelijke opvattingen over de joodse geschriften en islamitische opvattingen over de bijbel. Christenen aanvaarden de Hebreeuwse geschriften. Zij waren de geschriften van Jezus en de apostelen. Zij waren de geschriften van de eerste kerk. Het gehele christelijke geloof en de christelijke praktijk steunen op hen. Christelijke kernbegrippen als ‘Messias’ (Grieks ‘Christos’), ‘Geest van God’, ‘Koninkrijk van God’ en ‘redding’ zijn diep geworteld in de Hebreeuwse bijbeltradities.

Wij willen ook opmerken dat christelijke seminaries aanzienlijke tijd besteden aan het bestuderen van de Hebreeuwse geschriften. Dit vormt een integraal onderdeel van de training in de christelijke bediening. De Hebreeuwse geschriften worden in vele kerken wereldwijd iedere zondag (vertaald) gelezen.

Daarentegen is de islamitische behandeling van de bijbel één van totale ontkenning. Hoewel die beweert alle voorgaande profetische openbaringen te bevestigen, is de koran vergeetachtig ten opzichte van de ware inhoud van de bijbel. De bewering dat christenen en joden weloverwogen hun geschriften vervalsten wordt gedaan zonder bewijs, en dit dient alleen om de historische onvolkomenheden van de koran toe te dekken. Moslimgeleerden hebben nauwelijks weet van de bijbel of bijbelse theologie en blijven daarom onwetend over deze feiten.

Enkele hedendaagse moslimgeluiden over Jezus

Yasser Arafat, die een persconferentie gaf aan de Verenigde Naties in 1983 noemde Jezus “de eerste Palestijnse fedayeen die zijn zwaard voerde” (dat wil zeggen: hij was een vrijheidsvechter voor de islam).

Sjeik Ibrahiem Madhi, medewerker van de Palestijnse Autoriteit, live uitgezonden in April 2002 op de Palestijnse televisie: “De joden wachten op de valse joodse Messias, terwijl wij, met Allah’s hulp wachten op Jezus, vrede zij met hem. Jezus’ pure handen zullen de valse joodse Messias vermoorden. Waar? In de stad van Lod, in Palestina.”

Auteur Shamin A. Siddiqi of Flushing, New York maakte de klassieke positie van islam tegenover christendom duidelijk in een recente brief aan Daniël Pipes, columnist van de New York Post:

“Abraham, Mozes, Jezus, en Mohammed waren allen profeten van de islam. Islam is de gemeenschappelijke erfenis van de joodse-christen-moslim gemeenschap van Amerika, en de vestiging van het Koninkrijk van God is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van al de drie Abrahamitische geloven. Islam was de dien (geloof, manier van leven) voor zowel joden als christenen, die het later verloren vanwege menselijke vernieuwingen. Nu willen de moslims de joden en christenen herinneren aan hun oorspronkelijke din [religie]. Dit zijn de feiten van de geschiedenis.”

Deze historische ontkenning - door het joden- en christendom te lijken te bevestigen, maar in feite deze te verwerpen en te verdringen - is een lynchpin van moslimapologeten. Wat wordt bevestigd is in feite noch christendom noch jodendom, maar Jezus als een profeet van de islam, Mozes als een moslim etc. Dit is bedoeld voor de ‘terugkeer’ van christenen en joden naar de islam, waarnaar Siddiqi verwijst als hij spreekt over de gezamenlijke verantwoordelijkheid” van joden en christenen om het ‘Koninkrijk van God’ te vestigen. Hiermee bedoelt hij dat Amerikaanse christenen en joden moeten werken aan het introduceren van de sjari’a en de heerschappij van de islam in de Verenigde Staten.

Conclusie

‘Isa (Jezus) van de koran is een product van fabel, fantasie en onwetendheid. Wanneer moslims deze ‘Isa vereren, hebben zij iemand anders in gedachten dan de Yeshua of Jezus van de bijbel en de geschiedenis. De ‘Isa van de koran is gebaseerd op geen enkel erkende vorm van historisch bewijs, maar op fabels die circuleerden in het Arabië van de zevende eeuw.

Voor veel getrouwe moslims is ‘Isa de enige Jezus die zij kennen. Maar als men deze moslim-‘Jezus’ aanvaart, dan aanvaart men ook de koran: men aanvaart de islam. Geloof in deze ‘Isa gaat ten kosten van de bewering dat joden en christenen hun schriften hebben vervalst, een beschuldiging zonder enig historisch bewijs. Geloof in deze ‘Isa betekent dat veel christelijke en joodse geschiedenis in feite islamitische geschiedenis is.

De Jezus van de evangeliën is de basis waarop het christelijke geloof is ontstaan. Door hem te islamiseren, en hem een moslim-profeet te maken die de koran verkondigt, vernietigt de islam het christelijke geloof en neemt hij al zijn geschiedenis over. Hetzelfde doet de islam met het jodendom.

In de eindtijd zoals beschreven door Mohammed wordt ‘Isa een strijder die zal terugkeren met zwaard en lans. Hij zal de christelijke religie vernietigen en de islam als de enige religie in de wereld maken. Uiteindelijk zal hij in het laatste oordeel de christenen veroordelen tot de hel vanwege het geloof in de kruisiging en de menswording.

De laatste handeling van de moslim-‘Isa weerspiegelt de islamitische apologetische strategie in relatie tot het christendom. Dat is: de Yeshua van de geschiedenis ontkennen, en hem te vervangen met een kopie van Mohammed, zodat niets overblijft dan de islam.

“De moslimse plaatsvervangingsgedachte beweert dat de hele bijbelse geschiedenis van Israël en het christendom islamitische geschiedenis is. Dat alle profeten, koningen van Israël en Judea, en Jezus, moslims waren. Dat de mensen van het Boek deze stelling durven uit te dagen is voor een islamitische theoloog intolerante arrogantie. Joden en christenen zijn dus onteigend van hun Heilige Geschriften en hun verzoeningsleer.”
(Bat Ye’or in Islam and Dhimmitude: where civilizations collide, p.370. )

BIJLAGE: Het historische bewijs voor Jezus (Yeshua) van Nazaret en zijn dood door kruisiging.

Niet-christelijke bronnen

Paulus’ brieven

Paulus’ brieven werden geschreven in het tijdsbestek van 20 tot 30 jaar na Jezus’ dood. Zij zijn waardevolle historische documenten, niet in de laatste plaats omdat ze geloofsuitingen bevatten die ongetwijfeld dateren uit de eerste decades jaren van de christengemeenschap.

Paulus werd een gelovige in Jezus binnen enkele jaren na Jezus’ kruisiging. Hij schrijft in zijn eerste brief aan de Corinthiërs: “Want vóór alle dingen heb ik u overgegeven, wat ik zelf ontvangen heb: Christus is gestorven voor onze zonden, naar de Schriften, en Hij is begraven en op de derde dag opgewekt, naar de Schriften, en Hij is verschenen aan Céfas, daarna aan de twaalf.” Dit maakt duidelijk dat het geloof in de dood van Jezus er was vanaf het begin van het christendom.

De vier evangeliën

De vier evangeliën werden geschreven in de periode 20-60 na Jezus’ dood, binnen levende herinneringen aan de gebeurtenissen die zij beschrijven.

De gebeurtenissen die de evangeliën beschrijven vonden voor het grootste deel in het volle licht van publiek toezicht plaats. Jezus’ onderwijs werd gevolgd door grote scharen mensen. Er waren erg veel getuigen van de gebeurtenissen van zijn leven. Zijn dood was een publieke executie.

Handgeschreven bewijs voor de bijbel en zijn overlevering

Het handgeschreven bewijs voor de Griekse geschriften is overweldigend, veel groter dan voor alle andere oudheidkundige teksten. Meer dan 20.000 manuscripten getuigen van hen. Hoewel er kopieerfouten zijn, die verwacht kunnen worden van de handen van de overschrijvers, zijn deze allemaal relatief klein en de basis integriteit van het overschrijfproces wordt rijkelijk ondersteund.

Verder, toen de Westerse christenen de Hebreeuwse geschriften bestudeerden tijdens de Renaissance, vonden zij dat zij opvallend dicht aansloten bij hun Griekse en Latijnse vertalingen die over een periode van duizend jaar keer op keer vertaald waren. Er waren overschrijffouten, en enkele kleine veranderingen, maar geen significante domme verzinselen die het verhaal van Jezus’s dood doen verzinnen.

Evenzo, toen de Dode Zee Rollen werden ontdekt, bevatten zij Hebreeuwse bijbelse boekrollen daterend van voor de tijd van Jezus. Deze komen ook erg overeen met de oudste Hebreeuwse Masoretische manuscripten van meer dan duizend jaar later. Opnieuw, geen verzinselen, maar bewijs van het opvallend getrouw kopiëren.

Conclusie: Jezus van Nazaret is een historisch figuur

Natuurlijk zijn er gebeurtenissen opgeschreven in verband met Jezus’ leven die niet-christenen niet willen aanvaarden, zoals de wonderen, de maagdelijke geboorte, en de opstanding. Echter, wat zonder twijfel is, is dat de Yeshua (‘Jezus’) van Nazaret een historisch figuur was. Die leefde, een menigte volgelingen aan zich bond, en door de Romeinse autoriteiten door kruisiging geëxecuteerd werd, waarna zijn volgelingen zich zeer snel verspreiden. Zowel seculiere als christelijke bronnen van die tijd zijn het hierover eens.

De primaire bronnen voor de geschiedenis van Jezus’ publieke leven zijn de evangeliën. Deze werden relatief kort na zijn dood geschreven. Binnen levende herinnering . En we hebben de indicatie dat deze bronnen als betrouwbaar in de eerste christelijke gemeenschap aanvaard werden, tijdens een periode waarin getuigenissen van Jezus’ leven uit eerste en tweede hand nog beschikbaar waren.

We concluderen dat elke verklaring over ‘Isa (Jezus) in de koran, zes eeuwen na Jezus’ dood gemaakt, tegenover het historische bewijs van deze bronnen uit de eerste eeuw beoordeeld moet worden, en niet andersom.

De auteur van dit artikel is een Anglicaanse dominee van ST. Hilary’s Anglicaanse kerk Kew. Hij is ook een senior medewerker van de Faculteit Taalkunde en Toegepaste taalkunde aan de Universiteit van Melbourne, met de titel professor, en was vroeger het hoofd van die faculteit. Hij heeft enkele boeken over de taal en de cultuur van de Atjehnesen, een islamitische stam in Indonesië, geschreven, en werd gekozen in de Australische Academie van Menswetenschappen in 1992 voor zijn onderzoekswerk. Hij diende als een lid van het bestuur van deze Academie voor één periode in de jaren negentig.


[i] In de oorspronkelijke tekst staat hier ‘Hanief’, dat wil zeggen ‘monotheïst’.