Achter de sluier

Een ieder van ons heeft wel brokjes herinneringen aan zijn leven, aan de dromen van de vroege kindertijd, aan alle karaktervormende factoren. Ja, ik herinner mij elk moment; k herinner me zelfs bijna het moment dat ik werd geboren. Dat moment is in mijn geheugen gegrift sinds mijn moeder we erover vertelde. Het was op een woensdag in 1971. Ik was de eerstgeboren dochter voor mijn ouders. Ik was de eerste vreugde, de eerste huilende baby in ons huis.

Ik ben de oudste van vier zussen. Onze financiële situatie was gemiddeld, zoals bij elke doorsnee familie. Ik bezocht openbare scholen. Mijn vader deed zijn best om in onze behoeften te voorzien. Zijn droom was ons een goede opleiding te kunnen geven, vooral mij. Wij waren allemaal meisjes, dus mijn vader wilde graag een zoon hebben. Hij spaarde kosten noch moeiten om ons goed gedegen onderwijs te laten krijgen, en gaf ons alles wat we nodig hadden. Voor zover het de godsdienst betrof, werden we opgevoed met morele waarden, en godsdienstige verplichtingen.

Mijn vader is een echte moslim. Grootgebracht op het platteland, was mijn vader erop gebrand om alle religieuze rituelen en tradities in stand te houden. Wat mijn moeder betreft, die was minder conservatief als mijn vader. Zij bad als het haar uitkwam. Ik herinner me dat ze daar altijd veel discussies met mijn vader over had. Hij wilde dat zij beiden een goed voorbeeld voor ons waren wat betreft alle religieuze zaken.

Ik herinner me dat mijn vader de gewoonte had vroeg op te staan voor het ochtendgebed in de moskee in de buurt. Soms werd ik wakker van de stem van de 'azzan' (roeper tot gebed). Ik was verbaasd over mijn vaders plichtmatigheid om de vijf verplichte gebeden op tijd te bidden in de moskee. Niets weerhield hem ervan dat te doen, de kou van de winter met, de hitte van de zomer niet en zelfs als hij ziek was ging hij.

Ik vroeg hem eens "Waarom bid je niet thuis als het koud weer is?" Hij antwoordde dat des te meer hij naar de moskee zou gaan om te bidden, des te meer God hem rijk zou belonen. Mijn vader was oprecht trouw aan de islam, en conservatief, en dat is hij nu nog.

Toen ik zeven jaar was, moedigde mijn vader mij aan om de hele maand Ramadan te vasten (Ramadan is een van de islamitische kalendermaanden waarin alle moslims verplicht zijn om te vasten). En toen vertelde hij me een van de hadiths (overleveringen van de profeet), "Onderwijs hen tot het zevende jaar, en sla hen tot het tiende jaar."

Ik voelde me hongerig tijdens de lange dag van vasten, juist op die leeftijd, maar ik was trouw en geduldig tot het einde van de dag. Ik speelde het klaar om de hele maand te vasten. Mijn vader was erg gelukkig en verkondigde het nieuws aan alle familieleden. Hij was erg trots op mijn religieuze toewijding.

Ik was erg gelukkig met de wetenschap dat God me zou belonen zoals Hij beloofd had. Maar de grootste vreugde was deze moeilijke taak te volbrengen. Tot mijn twaalfde jaar bad ik niet regelmatig en vader sprak ons daar altijd op aan. Discipline in zowel studie als gebed waren de belangrijkste onderwerpen van vele discussies en striemende woorden thuis.

Vader had een manier van straffen die ik sterk afkeurde. Als een van ons niet bad om een andere dan de legale redenen, wilde hij niet met ons aan tafel eten, zoals de overlevering van de profeet vereiste. Ik vroeg me af hoe de profeet principes kon onderwijzen die verdeeldheid in de familie bracht. Wat voor soort toewijding verwachtte vader dat er zou ontstaan door zo'n soort straf?

We groeiden op met het idee dat christenen ongelovigen en polytheïstisch waren, onze vriendschap of gezelschap onwaardig. Er was een uitzondering voor deze regel. Een van mijn vaders vrienden was een christen, genaamd Fawzy. Vader kende hem al sinds zijn kindertijd, en zij hadden een hechte relatie. Als hij, zijn vrouw en hun zoon ons kwamen bezoeken tijdens onze blijde gebeurtenissen en feesten, was ik altijd verbaasd als, nadat ze weg waren, mijn vader zei: "Oh, Fawzy, het is een grote verspilling dat jij een Christen bent. Ik wou dat je een moslim was!"

Toen ik dertien jaar was, ging ik naar de middelbare school. Op de eerste schooldag is het meestal een heel gevecht om de beste plaatsen in de klas te bemachtigen. Een meisje dat Marcella heette kwam naast me zitten. Haar naam klonk me niet bekend in de oren. Het was een heel nieuw avontuur voor me. Ik moest een heel jaar met die ongelovige christen aan dezelfde schoolbank zitten. Al snel leerde ik haar beter kennen en werd ik gefascineerd door haar. Ik kan me nog steeds de onschuldige uitstraling van haar gezicht herinneren.

Ik kan me tot op heden haar lieflijkheid herinneren alsof het gisteren was en niet jaren geleden.

Ik herinner me dat ze mij eens vroeg wat voor soort sandwiches ik had voor de lunch. Ik zei haar dat ik een Romeinse kaas sandwich had. Marcella zei dat ze een ham sandwich had en stelde voor om van sandwich te ruilen. Ik was ontdaan over haar voorstel en zei tegen haar: "Moslims eten geen varkensvlees, dat is verboden in de islam." Dus vroeg ze me waarom. Ik vertelde haar dat God ons zo beschermde tegen dit vlees dat niet gezond was. Ze keek me onderzoekend aan en hulde zich in stilzwijgen. Ik vroeg me af, als mijn antwoord waar en logisch was, waarom dit vlees dan geen nadelig effect had op de christenen die het misschien al jaren aten? Ik vond geen antwoord en ik maakte me ook niet druk om er een te vinden; al snel vergat ik het hele voorval.

Het eerste schooljaar ging voorbij, en onze eenvoudige en mooie vriendschap groeide. In het volgende schooljaar, zocht Marcella op een dag iets in haar tas. Ze legde al haar boeken op de tafel. Ik pakte haar bijbel. Ik was nieuwsgieriger dan ooit tevoren. Mijn nieuwsgierigheid nam dag na dag toe. Nadat ik haar had gevraagd of ik in haar bijbel mocht kijken, begon ik het Boek te onderzoeken. Mijn oog viel op de woorden "Jezus van Nazareth ging rond, weldoende." Ik vroeg haar wie Jezus was. Was hij een mens? Het was de eerste keer dat ik Zijn naam hoorde.

Marcella antwoordde me dat Hij de Christus was. Ik sloot het boek en gaf het aan haar terug. Deze zin zette zich vast in mijn hoofd en ik had een brandend verlangen om het te begrijpen. "Een mens ging rond, weldoende" - wat een geweldig persoon- om zo toegewijd te zijn aan het weldoen! Ik ging naar huis met een diep verlangen om een bijbel te krijgen zodat ik meer te weten zou komen over die mens. Met grote onschuldigheid vroeg ik mijn vader om mij een bijbel te geven en ik vertelde hem wat er gebeurd was. En je kunt je niet voorstellen wat er gebeurde! Een enorme uitbarsting van woede, ons huis explodeerde bijna. Mijn vader sloeg mijn rug bont en blauw, terwijl hij twee zinnen keer op keer herhaalde: "Christenen zijn ongelovigen... de bijbel is verdorven." Ik huilde, betreurde wat ik gedaan had en had berouw. Ondanks dat kwam niet lang daarna hetzelfde verlangen weer terug. Ik vroeg Marcella me over Jezus te vertellen. Ze vertelde me dat Hij van iedereen houdt en wonderen deed om mensen te helpen.

Op een dag volgde ik onze islamitische godsdienstles. De leraar was een jonge man met het teken van gebed op zijn voorhoofd. Ik voelde het verlangen om een vraag te stellen die ik al heel lang in mijn gedachten had. Ik aarzelde om het te vragen omdat ik wist dat het verboden was om zo'n vraag te stellen, maar ik kon hem niet langer binnenhouden. Eindelijk had ik genoeg moed verzameld en zei: "Meester, mag ik een vraag stellen? Maar ik bedoel..... moge God me vergeven." Mijn tong was losgemaakt en ik kreeg het voor elkaar om de vraag eruit te krijgen: "Zou het niet redelijker zijn geweest als de profeet Mohammed alle vrouwen in hun moeilijke omstandigheden had geholpen zonder met hen te trouwen? Zou het niet redelijker zijn geweest als hij hen had geholpen zonder de voorwaarde van een huwelijk? Zou het niet redelijker zijn geweest zijn als hij geen polygamist was?"

Het antwoord was een klap in mijn gezicht en het woord "ongelovige!" Het was de eerste keer dat ik werd geslagen op school. Ik voelde dat ik zeer beledigd was. Ik ging naar de hoofdmeesteres van de school om te klagen en vertelde wat er gebeurd was. Ik vertelde haar dat ik al het recht had om dergelijke vragen te stellen. Het was een vraag voortkomend uit gezond verstand. Het was zijn taak als leraar om mij te antwoorden. Ik vroeg me af waarom hij me beschuldigde een ongelovige te zijn? De hoofdmeesteres was zeer fanatiek. Ze berispte ons altijd voor het niet dragen van de sluier, maar ze was erg wijs. Ze vertelde me dat als de profeet alleen relaties met hen gehad zou hebben om hen te helpen, hij hen een hoop narigheid bezorgd zou hebben en hen zou hebben blootgesteld aan geruchten en verdachtmaking. Ik knikte maar ik was niet echt overtuigd. Haar antwoord was geen vergoeding voor de mij aangedane belediging. Ik had opnieuw spijt omdat het zinloos was en ik besloot geen aandacht meer aan deze kwestie te schenken.

Mijn vader had de gewoonte er bij ons op aan te dringen om aanhoudend te bidden, dus besloot ik mezelf toe te wijden aan het gebed. Ik realiseerde me dat discussie en denken zinloos waren, dus besloot ik de vijf dagelijkse gebeden als een taak te gaan uitvoeren om zodoende mijn vaders vloeken te vermijden. Ik voelde me in bedwang gehouden. In mijn eerste gebedshouding vroeg ik God hulp om de laatste te kunnen volbrengen en zo deze taak te kunnen beëindigen. Ik dacht niet aan God en mijn gebed bracht geen enkele verandering in mijn karakter. Mijn houding jegens christenen was nog steeds vijandig, een gevolg van de manier waarop wij werden grootgebracht. Marcella was het enige christelijke waaraan ik mij bloot stelde. Ik vermeed zelfs het kerkgebouw vlakbij ons huis te passeren.

Thuis bleef alles hetzelfde gedurende een aantal jaren. De botsingen en ruzies tussen mijn ouders gingen van kwaad tot erger tot zij het meest voor de hand liggende deden om de koers van hun levens te veranderen. Het was "het laatst aanbevolen van het toegestane" zoals ze zeiden -te gaan scheiden.

Ik kreeg teen een hele nieuwe rol in de ons gezin. Ik was 16 toen ik, in plaats van mijn vader, de verantwoordelijkheid had als hoofd van het gezin, en voor mijn zusters zorgde. Ik moest me op drie dingen concentreren, namelijk hoge cijfers halen op school, een goede moeder zijn voor mijn zussen en mijn vaders verantwoordelijkheden op me nemen.

Ik stond mezelf niet toe aan iets anders te denken. Ik maakte de school at met hoge cijfers. Mijn oude droom was om een vervolgopleiding aan de universiteit te volgen, maar om financiële redenen en om voor het gezin te kunnen zorgen, gaf mijn vader daar geen toestemming voor. Ik begon het gevoel te krijgen dat alles tegen mij was. Dat gevoel kwam voort uit afwijzing en rebellie. Maar er was geen uitweg uit deze slechte situatie. Elk jaar bracht meer verdriet, zorgen en gebrokenheid. Ik kon nergens heen!

In deze tijd schuilde ik bij God. Uiteindelijk had ik geen andere keus dan God te zoeken. Ik was zo zwak, zo oprecht en had Hem zo verschrikkelijk nodig. Ik wijdde mezelf toe aan bidden en vasten en het opvolgen van alle islamitische verordeningen. Ik begon de hoofddoek te dragen. Na het beëindigen van elk gebed, riep ik tot God en sprak veel met Hem, maar ik had het gevoel dat mijn gebeden en smekingen met verder kwamen dan het plafond en bij me terugkeerden zonder antwoord of hulp of zelfs maar hoop.

Ik had het gevoel dat God heel ver weg was, "zo ver als liet oosten verwijderd is van het westen". Nadat ik mijn opleiding voltooid had bleef ik meer dan twee jaar thuis. Ik verveelde me dood door het routinematige leven, dus begon ik uit te kijken naar een baan. Ik kwam erachter dat v een advocatenkantoor was dat een vacature had voor secretaresse.

De eigenaar van dat kantoor was een christen. Ik was er zeker van dat mijn vader zo'n idee om daar te werken zou  verwerpen, maar ik moest het hem vertellen. Hij weigerde categorisch. Toen ik bleef volharden, gaf hij uiteindelijk toestemming. Eenmaal aan het werk op de zaak van een christen, kwam mijn nieuwsgierigheid voor het christendom weer naar boven.

Ik begon met een vraag aan mijn baas over een plaatje van de maagd Maria op de muur achter hem: "Waar hadden ze dat vandaan? Waarom zeiden ze dat Jezus God was terwijl hij uit een gewone vrouw geboren was, ook al was zijn geboorte wonderlijk?" Ik had mijn vraag amper beëindigd, toen zijn woede opvlamde en hij vastberaden tegen me zei, "Hier zijn er geen vragen over religie. Het is al erg genoeg wat er vandaag de dag in het land aan de gang is." Hij bedoelde de verschrikkelijke terroristische aanslagen van 1991.

De angst van deze advocaat en zijn onwetendheid over zijn religie maakte dat hij betrokken wilde raken in elke discussie over religie. Onwetendheid en angst zijn meer dan genoeg om de meest geweldige schoonheid te verbergen. Intussen besloot ik om meer over het christendom te weten te komen, deze keer niet wat christelijke boeken in de bibliotheek van ons kantoor. Ik begon te lezen over de kruisiging, de drie-eenheid, en de Zoon van God en zijn liefde. Ik was gefascineerd door het grote liefdesverhaal dat duidelijk tevoorschijn kwam met het kruis en de redding. Ik vond het logisch voor het verstand en bevredigend voor de ziel. Ik had echter een vrees om betrokken te raden bij wat ik las, dus stopte ik met lezen. Ik vroeg de hulp van een islamitische theoloog om al mijn vragen te beantwoorden en om mij af te helpen van de aantrekkingskracht die Christus op mij had.

Ik ging naar de sheik van de moskee vlakbij mijn huis en vertelde hem over de weinige bevrediging die ik had gevonden en over mijn grote angst. Hij gaf me een instant oplossing voor de ziekte van het zoeken naar kennis en gaf me een recept die drie stappen inhield en die ik nauwkeurig moest opvolgen:

Eerste stap:

stoppen met lezen over religie en stoppen met werken,

Tweede stap:

drie dagen berouw hebben, bidden en vasten; en

Derde stap:

elke dag in de heilige koran lezen.

Ik deed wat de sheik eiste, op één punt na, mijn werk verlaten. Ik was bang dat mijn vader me niet meer toe zou staan om weer te gaan werken. Ik begon iets te ontdekken dat mijn twijfels en zorgen toe deed nemen. Regelmatig de heilige koran lezen was geen genezing voor mijn ziekte. Een vrouw, volgens de koran, ontbreekt het aan inzicht en religieuze toewijding, dus de erfenis van een man is twee keer zo hoog als die van een vrouw!!

Voor de rechtbank, is het getuigenis van twee vrouwen ;gelijk aan dat van een man (rekening houdend met het feit dat een vrouw minder intelligent is). Dus geen vrouw kon dokter, onderzoeker, rechter, filosoof, of zelfs maar een wijs persoon zijn!! Bovendien zouden velen van hen dienen als brandhout in de hel. Stel je voor - wij vrouwen ware n geschapen alleen om mannen te behagen en eventueel zullen we eindigen als het brandhout van de hel of als nimfen van Jannah (mooie vrouwen om de mannen in de hemel te behagen.)

In de islam mag een vrouw haar huis niet verlaten behalve voor één van deze drie redenen: om te verhuizen naar het huis van haar echtgenoot, om de Hajj (bedevaartstocht naar Mekka) te volbrengen, om of begraven te worden. Ik werd moe van al de verzen in de koran die spraken over gevechten in de islam en de zeeën van bloed die nog steeds werden vergoten in de naam van religie. Probeer je voor te stellen dat iets waar je 21 jaar sterk in geloofd hebt onwaar blijkt te zijn. Het was de moeilijkste tijd die ik ooit gehad heb. Hoe kan iemand die zijn schuilplaats altijd bij God zocht, opeens zonder schuilplaats en zonder een god leven?

Na een maand van slapeloze nachten, van huilen en schreeuwen, en van wachten op het neerdalen van de ware God vanuit de hemel naar de aarde, om mij te antwoorden, werd ik moe van het denken. Ik ging weer de koran lezen, waardoor ik nog meer verbijsterd en verward achterbleef. Dus besloot ik de heilige bijbel te gaan lezen opdat ik daar misschien de waarheid in zou vinden.

Maar men zei dat de originele versie van de bijbel niet meer bestond. Wat kon ik doen? Ik had geen keus dan de corrupte versie van de bijbel te lezen opdat ik de waarheid misschien tussen de regels door zou vinden.

Dus begon ik de bijbel te lezen en ik ontdekte Jezus, de naam die al lang geleden gehoord had, en de naam waartoe ik me toen zo voelde aangetrokken. Ik zag hoe hij zieken genas, gevangenen bevrijdde, een overspelige vrouw vergaf, van zijn vijanden hield en hen zegende. Voor het eerst in mijn leven ontdekte ik iets dat ik nog nooit ervaren had - het vaderhart of de moederzorg- omdat mijn ouders lang geleden waren gescheiden en ik de oudste dochter was met alle verplichtingen van dien.

En nu voel ik dat Jezus mijn vader en mijn moeder is. Ik heb gevoeld hoe Hij mij knuffelde, mij in Zijn armen hield als een baby. Hij nam al mijn zware lasten van mij af die op mijn rug drukten. Voor de eerste keer in mijn leven voelde ik dat ik een echte vrouw ben - een echt persoon, echt geliefd; niet een product om mannen te behagen, maar geschapen naar het beeld van God. Ik huilde als iemand die gered was van de hel of de dood.

Op die dag zei ik tegen Jezus: "Jezus, U bent mijn God en Redder. U bent mijn vader en mijn moeder; u bent alles voor mij in dit leven."

Vanaf die tijd, begon ik een nieuw leven, vol gebeurtenissen, wonderen, en vervolging, maar daar zullen we het later over hebben.

GETEKEND, LEILA


Verantwoording

Dit getuigenis is met permissie overgenomen uit: Kinderen van Ismaël (ISBN 90-74319-47-5) © 2002 Arabische Wereld Zending